Examples of using "مارس" in a sentence and their dutch translations:
Hij was de hoogste maarschalk in Parijs toen de geallieerden op 30 maart aanvielen.
Napoleon was in 1814 verbannen naar Elba en was teruggekeerd in maart en is opnieuw keizer van de Fransen.
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.