Translation of "أمس" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "أمس" in a sentence and their dutch translations:

صنعتُ مُضَخِّمًا أمس.

Ik maakte een versterker gisteren.

مات توم أمس.

Tom is gisteren gestorven.

ذهبت إلى المدرسة أمس.

Ik ging gisteren naar school.

"رأيت ليلة أمس صحنًا طائرًا.

"Gisteren zag ik een vliegende schotel.

ذهبوا إلى السينما ليلة أمس.

Ze gingen gisteren naar de bioscoop.

تدربتْ على نطقها للإنجليزية أمس.

Ze heeft gister haar Engelse uitspraak geoefend.

أمس قرأت قصة مثيرة للاهتمام.

Gisteren las ik een interessant verhaal.

صباح أمس أكلتُ كعكة الوفل!

Gistermorgen heb ik een wafel gegeten.

لماذا لم تستطع النوم ليلة أمس ؟

Waarom kon je afgelopen nacht niet slapen?

انطلق متجها إلى لندن أمس الأول.

Eergisteren is hij naar Londen afgereisd.

- البارحة كان عيد ميلادي.
- أمس كان عيد ميلادي.

- Gisteren was het mijn verjaardag.
- Gisteren was mijn verjaardag.

- سُرقت سيارتي بالأمس.
- سُرقت سيارتي ليلة أمس.
- سُرقت سيارتي ليلة البارحة.

Mijn auto is gisteravond gestolen.