Examples of using "Sürebilir" in a sentence and their dutch translations:
- Kun je autorijden?
- Kan je rijden?
- Kunnen jullie rijden?
- Kunt u rijden?
Mag ik de tractor besturen?
Ze kunnen allemaal rijden.
Kan ze fietsen?
Mag ik rijden, alstublieft?
- Kunt u autorijden?
- Kun je autorijden?
Mijn broer kan rijden.
Bob kan ook autorijden.
Tom kan autorijden.
Mijn broer kan autorijden.
Kan uw broer autorijden?
Het kan wel even duren.
- Kunt gij autorijden?
- Kunt u autorijden?
- Kan je rijden?
- Kan u rijden?
Het kan wel een maand duren voordat een enkel blaadje verteerd is,
Maar het kan ook wel 12-14 dagen duren voordat je symptomen krijgt.
Maar zoeken naar een schorpioen kan lang duren in deze woestenij.