Examples of using "Mi*" in a sentence and their dutch translations:
Is het genoeg?
Ga je met de bus of met de trein?
Echt?
- Ben je gek?
- Ben je niet goed wijs?
- Ben je gek geworden?
- Zijn jullie gek geworden?
- Bent u gek geworden?
- Echt?
- De waarheid?
- Meen je dat echt?
- Echt waar?
- Is dat zo?
- Zit dat zo?
- Meent u dat echt?
- Echt!?
- Serieus!?
- Oh! Serieus?
- Is dat waar?
Vechten of drijven?
- Maakt dat uit?
- Is het belangrijk?
Zijn ze in Parijs?
Nerveus? Ik? Nee!
- Is dat niet schattig?
- Is het niet schattig?
- Ben je helemaal gek geworden?
- Zijn jullie helemaal gek geworden?
Oh! Serieus?
Toch?
- Heb je gekozen?
- Heb je een keuze gemaakt?
- Maakt het uit?
- Doet het ertoe?
Zijn we weg?
Zijn ze al gearriveerd?
- Ben je gek geworden?
- Zijn jullie gek geworden?
- Bent u gek geworden?
"Echt waar?"
- Alweer?
- Weeral?
Echt!
- Bent u al klaar?
- Zijn jullie al klaar?
Is het toegankelijk?
Is het blauw?
Is het kanker?
Is het schoon?
Is het gevaarlijk?
Is het genoeg?
- Is het lekker?
- Is het goed?
Is het privé?
Is dat koffie?
Moet dat?
Is dat nieuw?
Als zij niet zouden komen?
Moet dat grappig zijn?
Nu al?!
"Virtual reality of augmented reality?"
- Het is van jou?
- Het is van u?
- Het is van jullie?
Woon je in Turkije?
Oh! Serieus?
Is scharlakenrood een fruit of een kleur?
Zoekt u iemand?
Is Cookie een hond of een kat?
Wie, ik?
- Je bent vast moe.
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?
Heb je de band?
Heb je de band al verwisseld?
Is dat glutenvrij?
- Ah, echt waar?
- Ah, echt?
Ziet iedereen dat? Gaaf, nietwaar?
- Je bent vast moe.
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?
Jij kan niet zwemmen, of toch?
Is hij met de bus of met de trein gekomen?
Is dit jouw fiets?
- Is zij uw moeder?
- Is zij jouw moeder?
- Is zij jullie moeder?
Ben je zo ongeveer klaar?
Heb jij dat getekend?
Heb je liever katten of honden?
Hier opeten of meenemen?
- Rijd je met een manuele of automatische versnellingsbak?
- Rijdt u met een handgeschakelde of automatische versnellingsbak?
Willen jullie dat ik Fins of Engels spreek?
Al gegeten?
Wat is nou belangrijker, ik of je baan?
Is dit een moskee?
Is de pijn kloppend of constant?
Is het de waarheid?
Zoals?
Waarom minimalistisch?
Is het het waardeloze eten?
Zijn maaltijden inbegrepen?
Heb je het werk al af?
Ben je klaar?
Heb je het probleem kunnen oplossen?
Zijn jullie handen schoon?
Hoe was het feest?
Zullen we gaan zwemmen?
Heb je het gedicht uit je hoofd geleerd?
Heb je de trein gehaald?
Is zij getrouwd?
- Zal hij sterven?
- Zal zij sterven?
- Gaat hij dood?
- Gaat zij dood?
- Ironisch, toch?
- Ironisch, nietwaar?
Woon je in Turkije?
Is dit Latijn?
- Heb je de hond gevoerd?
- Heeft u de hond gevoerd?
- Hebben jullie de hond gevoerd?
- Hebben jullie al gegeten?
- Heb je al gegeten?
Doet de waarheid ertoe?
Zijn dranken gratis?
Is je man thuis?
Zal ze komen?
Hebt u dat concert opgenomen?