Examples of using "Lisa" in a sentence and their dutch translations:
- Hallo, Lisa!
- Dag, Lisa!
- Hoi, Lisa!
- Hallo, Lisa!
- Dag, Lisa!
- Hoi, Lisa!
Wie was Mona Lisa?
Als Lisa over velden van diamanten liep,
Vanavond ga ik uit met Lisa.
Lisa Lillien is getrouwd met Dan Schneider.
- Lisa, dit is dhr. Murata. Hij is mijn baas.
- Lisa, dit is meneer Murata. Hij is mijn baas.
De Mona Lisa is geschilderd door Leonardo da Vinci.
kan Lisa zich voor haar twee dochters
Lisa spreekt niet alleen Engels, maar ook Frans.
Tussen jou en mij, Lisa, we weten dat ik Nick simpelweg niet mag.