Examples of using "Cenaze" in a sentence and their dutch translations:
De begrafenis is morgen.
De begrafenis was gisteren.
Wanneer is de begrafenis?
- Ik was niet bij zijn begrafenis.
- Ik heb zijn begrafenis niet bijgewoond.
Het feest van Trang was als een dodenwake.
- Tom heeft de begrafenis van Mary bijgewoond.
- Tom was aanwezig op de begrafenis van Mary.
Ik woonde zijn begrafenis bij.
Sami was Layla’s begrafenis aan het voorbereiden.
Toms begrafenis zal dit weekend zijn.
Tom en ik waren bij Mary haar begrafenis.
Toms begrafenis zal dit weekend zijn.
- Er waren ongeveer dertig mensen aanwezig bij Toms begrafenis.
- Ongeveer dertig mensen hebben Toms begrafenis bijgewoond.
Nou zijn we in de aap gelogeerd!
Wanneer zag je de laatste keer een selfie op een begrafenis?
Ze hebben Toms lichaam opgegraven en gaven hem een waardige begrafenis.