Examples of using "Caddenin" in a sentence and their dutch translations:
De winkel is aan de overkant van de straat.
De kerk is juist aan de overkant van de straat.
De bushalte is aan de overkant van de straat.
Het is aan de overkant van de straat.
- Ze woont aan de andere kant.
- Ze woont hiertegenover.
- Ze woont aan de andere kant van de straat.
- Hij woont hiertegenover.
- Hij woont aan de andere kant van de straat.
De kerk bevindt zich aan de andere kant van de straat.
Tom woont aan de overkant.
Hoe heet deze straat?
Mijn huis staat aan de westelijke kant van de weg.
De bus stopte plots in het midden van de straat.
Ze woont verderop in de straat.
Mijn huis is precies aan de andere kant van de straat.
Ga rechtdoor, tot het einde van de straat.
- Ga aan het einde van die straat naar rechts.
- Sla rechtsaf aan het einde van die straat.
Hoe heet deze straat?
Hij stak de straat over.
Er is een baan vrij in de winkel aan de overkant van de straat.
Nancy groette mij aan de overkant met een knik.
Het enige restaurant dat Tom echt leuk vindt is dat aan de overkant van de straat.
Zijn huis is aan de overkant van de straat.