Examples of using "ısırdı" in a sentence and their dutch translations:
Tom beet op zijn lip.
Ze beet op haar lip.
De hond beet de man.
Ze heeft hem gebeten.
De hond beet in mijn hand.
Precies op de rand van mijn hand.
Een mier beet me.
Een hond heeft in haar been gebeten.
Toms hond heeft hem speels gebeten.
Heeft jouw hond je ooit gebeten?
Ik ben net door een mug gestoken.
- Heeft jouw hond je ooit gebeten?
- Heeft jullie hond je ooit gebeten?