Translation of "Tos" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Tos" in a sentence and their dutch translations:

- ¿Tiene usted tos?
- ¿Tienes tos?

Heb je een hoestbui?

Tengo tos.

Ik heb een hoestbui.

¿Tienes tos?

- Heb je last van hoest?
- Heeft u last van hoest?

¿Tiene tos?

Heeft u last van hoest?

Tom tiene tos.

Tom heeft hoestbuien.

Tengo una tos seca.

Ik heb een droge hoest.

No puedo deshacerme de mi tos.

Ik geraak maar niet van mijn hoest af.

Tu tos es consecuencia de fumar.

Jouw hoest is het gevolg van roken.

Tengo tos y un poco de fiebre.

Ik hoest, en heb een beetje koorts.

Me preocupa la tos seca de mi esposa.

Ik maak mij zorgen over de droge hoest van mijn vrouw.

El amor y la tos no se pueden ocultar.

Liefde en hoest kan men niet verbergen.

La niña tenía una tos fastidiosa porque estaba resfriada.

Het kindje had een vervelende hoest omdat zij verkouden was.