Examples of using "Rock" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van rock.
- Ik hou van rockmuziek.
- Ik hou van rock.
- Ik vind rockmuziek leuk
- Ik hou van rockmuziek.
- Ik hou van rock.
Tom luistert alleen naar punk rock.
Een rockconcert is een goed voorbeeld.
- Jonge Japanners houden van rock en jazz.
- Jonge Japanners zijn gek op rock en jazz.
Rock is de favoriete muziek van de jeugd.
Wat hoor je het liefst, rockmuziek of klassieke muziek?
Jonge Japanners houden van rock en jazz.