Examples of using "Estudia" in a sentence and their dutch translations:
Studeer!
Studeer!
Studeer!
Studeer!
Studeer je?
Ze studeert hard.
Studeren jullie?
Studeer hier.
Studeer hard.
Hij studeert Engels, maar hij studeert ook Duits.
Ze studeert hard.
Hij studeert Chinees.
Ze studeert Engels.
Zij studeert wiskunde.
Tom studeert Frans.
Bestudeer deze zinnen.
Studeert u Engels?
Hij studeert hedendaagse literatuur.
Hij studeert computationele taalkunde.
- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
Mijn vriend leert Koreaans.
Ze studeren in de namiddag.
- Hij studeert ook Chinees.
- Hij leert ook Chinees.
Leert Tom na het avondmaal?
Hij studeert hedendaagse literatuur.
Hij leert dag en nacht.
- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
- Studeren jullie?
Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.
Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.
Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.
In China leert men ook Engels.
Studeer vanaf nu harder.
Tom studeert Frans.
- Tom studeert iedere dag Frans.
- Tom studeert elke dag Frans.
- Iedere dag studeert Tom Frans.
- Elke dag studeert Tom Frans.
Mijn volwassen zoon studeert nu in het buitenland.
Meer dan een student leert Frans in onze klas.
- Hij studeert Chinees.
- Hij leert Chinees.
Mijn vriend leert Koreaans.
Mijn vriend leert Koreaans.
- Mijn vriend Mike studeert chemie aan de universiteit van Oxford.
- Mijn vriend Mike studeert scheikunde aan de universiteit van Oxford.
Taninna gaat naar de bibliotheek en studeert iedere dag.
Scheikunde is de wetenschap die de natuur en eigenschappen van substanties bestudeert.
Interlinguistiek behandelt de communicatie voorbij de taalbarrières en onderzoekt hoe plantalen, zoals Esperanto en Volapük, in zulke omstandigheden werken.