Examples of using "¡claro" in a sentence and their dutch translations:
Zeker!
Is dat duidelijk?
Is alles duidelijk?
Duidelijk!
- Zeker.
- Jazeker.
- Jawel.
- Uiteraard!
Schrijf duidelijk!
Ja, zeker.
Natuurlijk niet.
Hij zegt: "Natuurlijk".
Ik pak het zelf wel.
Hier is een open plek.
- Natuurlijk mag dat.
- Natuurlijk mag je dat.
- Alles is duidelijk.
- Alles is helder.
Natuurlijk niet!
Inderdaad!
- Ik kan u heel goed horen.
- Ik hoor u heel goed.
- Ik hoor je luid en duidelijk.
natuurlijk.
De boodschap is duidelijk.
Maar deze man niet.
Tuurlijk, waarom niet?
Ik twijfel er niet aan.
Het is overduidelijk.
- Zeker.
- Dat spreekt vanzelf.
Natuurlijk hou ik van je.
- Het is nog klaar buiten.
- Buiten is het nog licht.
Het is zo klaar als een klontje.
Daar is een grote open plek.
Hij kreeg natuurlijk de scan.
Het is dus niet helemaal duidelijk
Natuurlijk mis ik haar. Maar...
- Een goede verstaander heeft aan een half woord genoeg.
- Ik hoef niet duidelijker te zijn.
Het was duidelijk dat het zo zou zijn.
- Natuurlijk!
- Jawel.
- Uiteraard!
Zo! Nu kan ik dat verstaan!
Daar is een grote open plek.
Telefoons met toiletten voor oude mannen.
Het is duidelijk wat er nu te doen staat.
Ik denk dat ik niet duidelijk genoeg ben geweest.
Zeker. Een ogenblikje.
Het is duidelijk dat hij rijk is.
Tom is duidelijk een beginner.
Ik heb het dak lichtblauw geverfd.
Het is duidelijk dat hij het antwoord weet.
Het is zo klaar als een klontje.
- Zeker!
- Natuurlijk!
- Jawel.
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Maar natuurlijk!
Natuurlijk ga ik.
Het is niet duidelijk wie deze brief geschreven heeft.
Dit is zo klaar als een klontje.
Het is volkomen duidelijk dat hij niet wil praten met mij.
Het is duidelijk dat hij een grote fout heeft gemaakt.
De stier gaf een duidelijke waarschuwing voordat hij aanviel.
Zeker biedt technologie een verleidelijke belofte
De jungle komt uit op deze grote open plek.
En blaadjes hebben natuurlijk een lage calorische waarde,
- Het is nog klaar buiten.
- Buiten is het nog licht.
Het is niet duidelijk waar en wanneer ze werd geboren.
Het is duidelijk dat hij een groot kunstenaar is.
Het spreekt vanzelf dat wij elkaar helpen.
Natuurlijk moet je betalen! Wat dacht jij dan?
Het is volkomen duidelijk dat hij niet wil praten met mij.
Het is niet duidelijk wat de schrijver hiermee zeggen wil.
En op een dag als deze is er natuurlijk geen zon.
Ze lossen wel heel even iets op,
En dan heb je medelijden met ze, het zijn immers je kinderen,
Het is niet duidelijk of ze zal instemmen.
Ze heeft groene ogen en licht bruin haar.
Hij zei dat hij weg wilde gaan, maar maakte niet duidelijk waarom.