Examples of using "твою" in a sentence and their dutch translations:
Neuk je moeder.
Ik heb je asbak gebroken.
- Hoe heet uw vriendin?
- Hoe heet je vriendin?
Hij wast je auto.
Wat is de naam van jouw hond?
Ik heb je vriendin ontmoet.
Ik lees jouw boek.
Hoe heet uw vriendin?
Ik at jouw aardbeien.
Raakte hij je borsten aan?
Om jou de waarheid te vertellen, ik ben jouw pen verloren.
Hoe heet je vrouw?
Moge het geluk aan je deur kloppen.
Drugs kunnen je leven verpesten.
Ze maakt zich zorgen om uw veiligheid.
Ik reken op jouw hulp.
Doe je boek dicht.
Ik zou graag jouw moeder willen zien.
Mijn camera is anders dan de jouwe.
Luister naar je moeder!
Een enkel woord kan je leven veranderen.
- Ik heb je boek gelezen.
- Ik heb uw boek gelezen.
- Ik heb jullie boek gelezen.
- Ik las je boek.
- Ik las uw boek.
- Ik las jullie boek.
- Ik heb je leven gered.
- Ik heb uw leven gered.
- Ik at jouw aardbeien.
- Ik at uw aardbeien.
- Ik at jullie aardbeien.
Het is niet toegestaan je auto hier te parkeren.
Het was erg moeilijk om je appartement te vinden.
En klopt het dat je Japanse vriendin Tatoeba heet?
- Mag ik uw auto lenen?
- Mag ik je auto lenen?
- Mag ik jullie auto lenen?
Ik wou graag jullie postzegelverzameling zien.
- Ik begrijp jouw probleem.
- Ik begrijp uw probleem.
- Ik begrijp jullie probleem.
Ik zie je boek.
Uw artikel werd vandaag gepubliceerd.
Bedankt voor uw eerlijkheid.
Tom heeft je pet gevonden.
- Heeft hij je borsten aangeraakt?
- Raakte hij je borsten aan?
Raakte zij je borsten aan?
Hoe heet uw vriendin?
Bedankt voor uw mooie prentbriefkaart.
Ik ken je moeder.
- Ik reken op uw hulp.
- Ik reken op jouw hulp.
- Ik reken op jullie hulp.
Doe je boek dicht.
- Ik zag jouw zus eergisteren.
- Ik zag jullie zus eergisteren.
Ik heb medelijden met jouw toekomstige echtgenote.
Ik zou graag een foto van je willen.
Om jou de waarheid te vertellen, ik ben jouw pen verloren.
- Ik hou van jouw land.
- Ik hou van uw land.
- Ik hou van jullie land.
Kan ik op uw hulp rekenen?
Wat is de naam van uw dochter?
Geef me je hand.
Geef me jouw versie van de feiten.
- Ik zie jouw paard.
- Ik zie uw paard.
Ik heb gisteren net zo'n pen gekocht als jij hebt.
- Ik ben allergisch voor jouw hond.
- Ik ben allergisch voor uw hond.
- Ik ben allergisch voor jullie hond.
Ik ben uw familienaam vergeten.
Kan je me je balpen lenen?
Ik zou graag jouw moeder willen zien.
Ik heb het in uw kamer gezet.
Ik wil je auto morgen lenen.