Examples of using "придет" in a sentence and their dutch translations:
Hij zal komen.
Hij komt zeker niet.
Ik vraag mij af wanneer Anna komt.
Ik geloof dat hij hierheen komt.
Ik weet niet wanneer hij komt.
Hij zal komen als ge hem roept.
Ik zal hier wachten tot ze komt.
Er komt niemand.
...en dat de schorpioen dan komt en van de insecten eet.
...en dat de schorpioen dan komt en van de insecten eet.
Hij zei dat hij zou komen, en hij is gekomen.
Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.
Ik weet niet of hij nog komt of niet.
En dan komt de schorpioen misschien om insecten te eten.
Hij komt met zijn echtgenote, wat dikwijls het geval is bij buitenlanders.
Ik weet zeker dat hij komt.
Ik weet niet wanneer hij komt.
- Ik ben zeker dat hij morgen komt.
- Ik weet zeker dat hij morgen komt.
- Ik denk dat hij niet komt.
- Ik denk niet dat hij komt.
Als jij je niet gedraagt, dan komt de Kerstman niet hoor.
Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.
Als jij je niet gedraagt, dan komt de Kerstman niet hoor.
Ik zal hier wachten tot ze komt.
Je kunt beter wachten tot de politie komt.
Het maakt mij niet uit of hij wel of niet komt.