Examples of using "пола" in a sentence and their dutch translations:
Een jongen is een mannelijk kind.
Tom raapte iets op van de vloer.
Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.
Mary was de enige lerares.
We kunnen emoties bekijken in termen van competentie in plaats van gender.
Het voordeel van het huwelijk is dat je de ware aard van het vrouwelijk geslacht leert kennen, en het nadeel van het huwelijk is dat je ontnuchtering aangaande het vrouwelijk geslacht leert kennen. Daarom zijn ongetrouwde schrijvers nog niet in staat vrouwen te schrijven, en zijn getrouwde dichters niet meer in staat de vrouw lof toe te zingen.
Ze werd slechts een generatie na de slavernij geboren; in een tijd toen er geen auto's op de weg reden en geen vliegtuigen in de lucht vlogen; toen iemand als zij om twee redenen niet mocht stemmen - omdat ze een vrouw was en door de kleur van haar huid.