Examples of using "миль" in a sentence and their dutch translations:
Ik ren vijf mijl per dag.
De trein ging 500 mijl per uur.
We moeten nog tien mijl lopen voor zonsondergang.
- De trein bewoog zich voort met 500 mijl per uur.
- De trein ging 500 mijl per uur.
De brug tussen Denemarken en Zweden is bijna vijf mijl lang.
op sommige plaatsen vordert hij 97 km en neemt hij 200.000 gevangenen.
Het is niet verder dan twee mijl tot de stad.