Examples of using "заплатит" in a sentence and their dutch translations:
Tom zal je betalen.
- Tom betaalt.
- Tom zal betalen.
Tom zal je betalen.
- Tom zal alles betalen.
- Tom betaalt alles.
Laten we de rekening splitsen.
Wie zal betalen?
Wie betaalt er?
Tom gaat je niet betalen.
Wie gaat dit allemaal betalen?