Examples of using "заводе" in a sentence and their dutch translations:
Mijn vader werkt in de fabriek.
Hij werkt in een fabriek.
Mijn vader werkt in een fabriek.
Ik heb in deze fabriek gewerkt.
Mijn moeder werkt in een fabriek.
Mijn vader werkt in de fabriek als een ingenieur.
Mijn vader en mijn broer werken in een fabriek.
Tom werkt in een fabriek.
Wij werken in een fabriek.
- Ik heb in deze fabriek gewerkt.
- Ik werkte in deze fabriek.
- Mijn mama werkt in een fabriek.
- Mijn moeder werkt in een fabriek.
Deze fabriek produceert elektrische fornuizen.
Honderden mensen werken in die fabriek.
Hij wil niet in een fabriek werken.
Tom wil niet in een fabriek werken.