Examples of using "Vaca" in a sentence and their dutch translations:
Waar is de koe?
Tom melkte de koe.
Tom heeft een koe.
Ik molk de koe.
- Jij molk de koe.
- U molk de koe.
- Jullie molken de koe.
Hij molk de koe.
Zij molk de koe.
Ik heb een koe.
De koe geeft ons melk.
- Tom melkt de koe.
- Tom is de koe aan het melken.
Een koe geeft ons melk.
- Ik heb nog nooit een echte koe gezien.
- Tot nu toe heb ik nog nooit een echte koe gezien.
- Ik heb nog nooit een koe in het echt gezien.
Is dit een koe of een buffel?
Een koe, misschien. Dat stinkt.
Een koe, misschien. Dat stinkt.
Ik heb zoveel honger dat ik een koe kon opeten.
- Koeien zijn heilige dieren in India.
- In India zijn koeien heilige dieren.
Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.
Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".