Translation of "Vaca" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Vaca" in a sentence and their dutch translations:

Cadê a vaca?

Waar is de koe?

Tom ordenhou a vaca.

Tom melkte de koe.

Tom tem uma vaca.

Tom heeft een koe.

Eu ordenhei a vaca.

Ik molk de koe.

Você ordenhou a vaca.

- Jij molk de koe.
- U molk de koe.
- Jullie molken de koe.

Ele ordenhou a vaca.

Hij molk de koe.

Ela ordenhou a vaca.

Zij molk de koe.

Eu tenho uma vaca.

Ik heb een koe.

A vaca nos dá leite.

De koe geeft ons melk.

Tom está ordenhando a vaca.

- Tom melkt de koe.
- Tom is de koe aan het melken.

Uma vaca nos dá leite.

Een koe geeft ons melk.

Nunca vi uma vaca de verdade.

- Ik heb nog nooit een echte koe gezien.
- Tot nu toe heb ik nog nooit een echte koe gezien.
- Ik heb nog nooit een koe in het echt gezien.

Aquilo é uma vaca ou um búfalo?

Is dit een koe of een buffel?

Talvez seja de uma vaca. Cheira mesmo mal.

Een koe, misschien. Dat stinkt.

Talvez seja de uma vaca. Cheira mesmo mal.

Een koe, misschien. Dat stinkt.

Estou tão faminto que poderia comer uma vaca.

Ik heb zoveel honger dat ik een koe kon opeten.

- Na Índia, as vacas são animais sagrados.
- Na Índia, a vaca é animal sagrado.

- Koeien zijn heilige dieren in India.
- In India zijn koeien heilige dieren.

- Queijo é um alimento sólido produzido a partir de leite de vaca, cabras, ovelhas ou outros mamíferos.
- O queijo é um alimento sólido elaborado a partir do leite de vaca, cabra, ovelha e outros mamíferos.
- O queijo é um alimento sólido fabricado a partir do leite de vaca, de cabra, de ovelha e de outros mamíferos.

Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.

Queijo é um alimento sólido produzido a partir de leite de vaca, cabras, ovelhas ou outros mamíferos.

Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.

A vaca faz "mu", o galo faz "cocoricó", o porco faz "oinc, oinc", o pato faz "quac, quac" e o gato faz "miau".

De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".