Examples of using "Tradutor" in a sentence and their dutch translations:
- Bent u een vertaler?
- Ben je een vertaler?
Vertaler, verrader.
- Ik ben vertaler.
- Ik ben een vertaler.
Hij werkt als vertaler.
Ben je een vertaler?
Tom is vertaler.
Ik heb een vertaler nodig.
Hij werkt als vertaler.
Ik gebruik Google Translator niet graag.
Als de vertaler vertaalt tussen zijn moedertaal en Esperanto, kan hij beide talen beheersen.