Examples of using "Par" in a sentence and their dutch translations:
Een onderbroek.
Ik heb een paar schoenen gekocht.
Hij kocht een paar schoenen.
Ik kocht een paar laarzen.
- Ik kocht een schaar.
- Ik heb een schaar gekocht.
Hij kocht een nieuw paar handschoenen.
Hij heeft een nieuw paar schoenen gekocht.
Tom huurde een paar schaatsen.
Tom draagt een paar nieuwe schoenen.
En zo heeft ze misschien een partner gevonden.
Een paar oorbellen is een leuk cadeau voor haar.
Even keer oneven is even, oneven keer oneven is oneven.
Hou me op de hoogte!
Tom bewaart een extra paar schoenen in de achterbak van zijn auto.
Een team van 10 van ons vingen er 2000 in een paar dagen.
Het kleine mannetje wint zijn partner. In een lawaaiige wereld loont het soms om stil te zijn.
Deze twee vrienden wandelen altijd samen.