Examples of using "Favorita" in a sentence and their dutch translations:
Dit is mijn lievelingsliedje.
Het is mijn lievelingseten.
- Dit is mijn lievelingsliedje.
- Het is mijn lievelingsliedje.
Mijn favoriete kleur is rood.
Mijn favoriete vak is biologie.
- Wat is jouw favoriete muziek?
- Wat is jouw lievelingsmuziek?
Wat is je favoriete wapen?
Groen is mijn lievelingskleur.
Mijn lievelingskleur is blauw.
- Dat is mijn lievelingsstoel.
- Dat is mijn favoriete stoel.
Alma-Ata is mijn lievelingsstad!
Ik heb geen favoriet liedje.
Mijn favoriete kleur is oranje.
Wiskunde is mijn lievelingsvak.
- Dit is mijn lievelingskost.
- Dat is mijn lievelingsgerecht.
Lavendel is mijn lievelingsplant.
Dit is mijn lievelingsliedje.
- Boston is mijn favoriete stad.
- Boston is mijn lievelingsstad.
- Wat is jouw lievelingswoord?
- Wat is jullie lievelingswoord?
- Wat is jouw favoriete kleur?
- Wat is jouw lievelingskleur?
- Welke is uw lievelingskleur?
Wat is jouw lievelingsdrank?
Wat is jouw lievelingsseizoen?
- Wat is jouw lievelingsvak?
- Wat is uw lievelingsvak?
- Wat is jullie lievelingsvak?
- Wat is je favoriete kerstlied?
- Wat is uw favoriete kerstlied?
- Wat is jullie favoriete kerstlied?
Deze camera is Toms favoriete.
De winter is mijn lievelingsseizoen.
Groen is mijn lievelingskleur.
Mijn lievelingskleur is blauw.
- Wiskunde is mijn lievelingsvak.
- Wiskunde is mijn favoriete vak.
Dat is mijn favoriete Franse woord.
Het reuzenrad is mijn favoriet.
Mijn favoriete kleur is rood.
- Wat is jouw favoriete kleur?
- Wat is jouw lievelingskleur?
- Welke is uw lievelingskleur?
- Wat is je lievelingskleur?
Wat is jouw lievelingsband?
Weet jij wat Toms lievelingskleur is?
Het is mijn lievelingseten.
Pizza is mijn lievelingsgerecht.
Dit is mijn favoriet.
Mijn favoriete kleur is rood.
Wat is jouw lievelingsdrank?
Wat is jouw favoriete zin?
Wat is je lievelingseten?
Ze drinkt bijna elke dag alcoholvrij bier, omdat bier haar favoriete drankje is, maar ze wil niet elke dag alcohol drinken.
Het lievelingseten van mijn zoon is wafels met esdoornsiroop. Elke ochtend zegt hij dat ik dat moet maken, maar soms moet ik wel nee zeggen.