Examples of using "Devo" in a sentence and their dutch translations:
Waar moet ik heen?
- Hoeveel moet ik u?
- Hoeveel ben ik u verschuldigd?
Ik moet wel getikt zijn.
Ik heb haast!
Ik ben u veel dank verschuldigd.
Wanneer dien ik terug te komen?
Waar moet ik heen?
- Ik moet studeren.
- Ik moet leren.
- Hoeveel moet ik u?
- Wat moet ik u?
- Hoeveel ben ik u schuldig?
Moet ik alles opendoen?
Ik moet hem helpen.
Ik moet schrijven.
Ik moet het repareren.
- Moet ik weg?
- Moet ik weggaan?
Ik moet weigeren.
Neem mij niet kwalijk, ik moet vertrekken.
Ik moet het vinden.
Ik moet melk drinken.
Ik ben je 3000 yen schuldig.
Wat zou ik eten?
Ik ben hem 10 dollar schuldig.
Ik heb mijn leven aan hem te danken.
Hoeveel ben ik je verschuldigd?
Ik moet naar de tandarts gaan.
Wanneer moet ik aan boord gaan?
Ik moet opschieten!
Wat moet ik doen?
Welke kleren moet ik aantrekken?
Ik ben Tom dertigduizend schuldig.
Ik zal wel een fout gemaakt hebben.
Ik ben je 3000 yen schuldig.
Ik moet hem bedanken.
Hoeveel drinkgeld moet ik geven?
Ik moet wel dingen zien.
Hoe laat moet ik komen?
Ik moet mijn moeder helpen.
Moet ik het licht aanlaten?
Wat moet ik meenemen?
Zal ik hier op je wachten?
Morgen moet ik een examen afleggen.
Moet ik een toespraak houden?
- Ik moet dat nog gewoon worden.
- Ik moet mij daar nog aan wennen.
- Waarom moet ik dat doen?
- Waarom moet ik dit doen?
Wat zal ik daarna doen?
Ik weet dat ik je geld schuldig ben.
Ik heb zeker het verkeerde nummer.
Ik moet de was doen zolang er nog zon is.
Ik weet niet wat ik hierna moet doen.
Ik weet niet welke sleutel ik moet gebruiken.
Het spijt me, maar ik moet werken vanavond.
Ik moet gaan.
Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?
Wat denk je dat ik moet kopen?
Ik ga over de top van de sneeuw en het ijs...
Ik moet zeggen dat zij niet bepaald verrast leken.
Toon mij a.u.b. hoe ik het moet doen.
- Wie ik vandaag ben heb ik aan jou te danken.
- Wie ik vandaag ben heb ik aan u te danken.
- Wie ik nu ben, heb ik aan jullie te danken.
Ik moet het vinden.
Ik moet ergens een fout hebben gemaakt.
Ik moet de was doen zolang er nog zon is.
Zal ik dit woordenboek kopen gewoon omdat het goedkoop is?
Hoe laat moet ik inchecken?
De kliffen beklimmen... ...of langs de kustlijn coasteeren?
Wat moet ik meenemen?
Ik moet ergens een fout gemaakt hebben.
Wat moet ik doen?
Als je denkt dat ik de krokodil moet kiezen... ...klik je 'rechts'.
Je lippen fascineren me zo, ik moet je simpelweg kussen.
Zeg me alsjeblieft wat ik in deze situatie moet doen.
Wat moet ik doen, nu ik me aangemeld heb?
Ik moet niet vergeten haar de brief te sturen.
Wat moet ik doen?
Ik zal hem morgen zien.
Hoe moet ik weten wat te zeggen, voordat ik heb gehoord wat ik denk?
Wat moet ik doen?
- Ik moet gaan.
- Ik moet ervandoor.
Wat moet ik doen?
Wat moet ik doen?
Ik moet het vinden.
Wat moet ik doen?
Ik weet niet meer wat ik moet doen.
Mijn rijinstructeur zegt dat ik geduldiger moet zijn.
Waarom moet ik dit doen?
Ik moet nu gaan.
Mijn rijinstructeur zegt dat ik geduldiger moet zijn.