Examples of using "Abacaxi" in a sentence and their dutch translations:
Wat een ananas!
Ik wil ananas kopen.
Het is een ananas.
Ik eet een ananas.
De eend eet ananas.
De eend at ananas.
Hou je van ananasdrankjes?
Geen ananas op de pizza, alstublieft.
Ik kocht een ananas in de supermarkt.
Ananas is rijk aan citroenzuur.
Ik eet graag ananas voor ontbijt.
Ik wil een ananas kopen.
Dit is de eerste keer dat ik ananasjam heb gegeten. Best lekker.