Examples of using "Wziął" in a sentence and their dutch translations:
Vroeger heeft de monteur veel meer genomen.
- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.
- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.
God heeft gegeven, God heeft genomen.
de eerste de beste Victoriaanse roman die hij kon vinden.
Hij haalde diep adem voordat hij het kantoor van zijn chef binnenging.
...waarin veel luipaarden worden gedood door boze menigtes... ...die het heft in eigen handen nemen.