Translation of "Wziął" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Wziął" in a sentence and their dutch translations:

- Poprzednio mechanik wziął dużo więcej.
- Wcześniej mechanik wziął dużo więcej.

Vroeger heeft de monteur veel meer genomen.

Wziął wolne na tydzień.

- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.

Wziął sobie tydzień wolnego.

- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.

Bóg dał, Bóg wziął.

God heeft gegeven, God heeft genomen.

Wziął pierwszą z brzegu powieść z epoki wiktoriańskiej,

de eerste de beste Victoriaanse roman die hij kon vinden.

Wziął głeboki oddech, nim wszedł do gabinetu szefa.

Hij haalde diep adem voordat hij het kantoor van zijn chef binnenging.

Przez co wiele lampartów zginęło z rąk wściekłego tłumu, który wziął sprawy w swoje ręce.

...waarin veel luipaarden worden gedood door boze menigtes... ...die het heft in eigen handen nemen.