Examples of using "Wszedł" in a sentence and their dutch translations:
- Hij ging de kamer binnen.
- Hij kwam de kamer binnen.
Hij zit in dit gat.
Een vreemdeling betrad het gebouw.
- De penis ging in de vagina.
- De penis drong de vagina binnen.
Tom liep langzaam de traptreden op.
- Hij liep naar huis.
- Hij is naar huis gelopen.
Het lijkt erop dat de dief door het raam binnenkwam.
- Tom liep naar huis.
- Tom is naar huis gelopen.
- Tom is naar huis gewandeld.
- Tom wandelde naar huis.
Hij haalde diep adem voordat hij het kantoor van zijn chef binnenging.
Karlo klom op de berg.