Examples of using "Wierzą" in a sentence and their dutch translations:
Ze geloven het.
Ze geloven in God.
Zij geloven dat de ziel onsterfelijk is.
Sommige mensen geloven in God en andere mensen niet.
Sommigen geloven dat zeven een geluksgetal is.
Sommige mensen geloven in God, andere niet.
De toekomst behoort aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.