Examples of using "Szkoła" in a sentence and their dutch translations:
Waar is je school?
Dat is onze school.
De school is saai.
Dat is mijn school.
De school begint morgen.
De school ziet eruit als een gevangenis.
Dat is onze school.
De school begint in de lente.
Onze school is afgebrand.
Dit is onze school.
Onze school is 80 jaar oud.
De school begint op tien april.
Die school ziet eruit als een gevangenis.
In Europa beginnen de scholen in september.
- Is uw school ver van uw huis?
- Is je school ver weg van je huis?
De school begint om half negen.
Er is een school dicht bij mijn huis.
De school start de volgende maandag.
School eindigt om 3:30.
In Europa beginnen de scholen in september.
De school was in 1650 opgericht.
Onze school is dicht bij het station.
School verveelt me.
Onze school bevindt zich in een gezonde wijk.
- De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station.
- De school bevindt zich op minder dan vijf minuten lopen van het station.
De school in Thame is anders dan scholen in de VS.
- De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station.
- De school bevindt zich op minder dan vijf minuten lopen van het station.