Examples of using "Sukienkę" in a sentence and their dutch translations:
Ze is een jurk aan het naaien.
Ze was haar jurk aan het strijken.
Waar heb je die jurk gevonden?
Kies een jurk die je bevalt.
Ik had een witte, door mijn moeder gemaakte, jurk.
Maria draagt een gele jurk.
Hiromi draagt een nieuwe jurk.
Ze droeg een rood kleed.