Examples of using "Miała" in a sentence and their dutch translations:
Haar wangen waren rood.
Ze droeg een rood kleed.
Inktvis Paul had gelijk.
Hij heeft een scherpe waarnemingsgave.
Ze heeft lang blond haar.
Het was een planning van drie maanden…
Ze had een rode rok aan.
Een weduwe had twee dochters.
- Zijn mening was niet belangrijk.
- Zijn mening was niet relevant.
- Zijn mening was niet van belang.
- Zijn mening telde niet mee.
- Zijn mening was onbelangrijk.
Ze droeg een zwarte hoed.
- Ze heeft altijd tijd in de namiddag.
- 's Middags heeft ze altijd tijd.
het hele concept in elkaar zou storten.
Ze kon lezen toen ze vier was.
Haar vader is gestorven toen zij drie jaar was.
Ze houdt altijd last van slangsterren die al haar eten inpikken.
Zij was daar omdat mijn oma kanker had en die dag geopereerd werd.
Tom wist niet precies wat Mary bedoelde.
Volgens het televisienieuws is er een vliegtuig neergestort in India.
De kleine letter verhield zich tot h zoals m tot n.
Ze heeft altijd problemen gehad met de bloedsomloop in haar handen en voeten.
immense middelen voor de geallieerde zaak, maar het zal vele maanden duren om te mobiliseren.