Examples of using "Robił" in a sentence and their dutch translations:
- Wat heeft hij vandaag gedaan?
- Wat hebt ge vandaag gedaan?
Wat was je aan het doen?
Hij was onze gids.
Wat was je aan het doen?
Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.