Examples of using "Przyszłym" in a sentence and their dutch translations:
- Het concert zal de volgende zomer plaatshebben.
- Het concert vindt de volgende zomer plaats.
Ik neem vakantie volgende maand.
We verhuizen volgende maand.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
Ik zal Armenië volgend jaar bezoeken.
Ik ben van plan om volgende week naar Europa te vertrekken.
Volgend jaar wil ik Chinees leren.
Ik hoop je volgend jaar weer te zien.
Mijn rijbewijs vervalt volgende week.
Tot volgende week!
- Volgend jaar ben ik drie keer zo oud als jij.
- Volgend jaar ben ik drie keer zo oud als jullie.
...zodat de show van de blue ghosts volgend jaar terugkeert.
Volgende maand is het vijf jaar dat hij viool leert spelen.