Examples of using "Porozmawiać" in a sentence and their dutch translations:
We moeten praten.
Ik moet met Tom spreken.
Kan ik met je praten?
We willen met Tom praten.
Ik moet met iemand praten.
Ik zou je liever even in privé willen spreken.
Ik wil nog over iets spreken.
Tom wil u spreken.
- U moet rechtstreeks met Tom praten.
- Je moet rechtstreeks met Tom praten.
Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?
Ik voel me zo eenzaam dat ik graag iemand zou hebben om mee te praten.
Ik heb je iets te vertellen.
Mag ik Ryoko nog even voor je ophangt?
Kun je je telefoon opladen? Ik wil iemand bellen.
Als je echt met me spreken wilt, is het nu of nooit.