Examples of using "Matematyki" in a sentence and their dutch translations:
Ik haat wiskunde.
Ik begrijp wiskunde niet.
Ik ben een wiskundeleraar op de middelbare school.
Tom houdt niet van wiskunde.
Algebra is een tak van de wiskunde.
Ik wil wiskunde studeren.
Tom is goed in wiskunde.
Tom is vreselijk in wiskunde.
Hij is goed in wiskunde.
Hoe was de wiskundetoets?
Ik ben niet goed in wiskunde.
Morgen is een wiskundetest.
John is goed in wiskunde.
Ik heb vandaag wiskundehuiswerk.
- Ik heb een wiskundeknobbel.
- Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
worden heel wat mysteries opgelost over het hoe en waarom van wiskunde.
Tom is niet zo goed in wiskunde.
Hij doet het nu prima op school, in wiskunde en in taal.