Examples of using "Dała" in a sentence and their dutch translations:
- Ze gaf hem een klok.
- Ze gaf hem een horloge.
Ze gaf melk aan de kat.
- Ze gaf hem een klok.
- Ze gaf hem een horloge.
Ze gaf een been aan de hond.
Ze gaf me een paar boeken.
Ann gaf mij dit geschenk.
Het stadsorkest gaf gisteren een concert.
Ze gaf hem zijn jas.
Ze gaf me een horloge als een verjaardagscadeau.
Zijn mening werpt nieuw licht op de kwestie.
Zij sneed de taart in 6 stukken en gaf aan elk kind een stuk.
Of achter deze boom zitten en gebruiken wat de natuur te bieden heeft?
Of achter deze boom zitten en gebruiken wat de natuur te bieden heeft?