Translation of "„powtórz" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "„powtórz" in a sentence and their dutch translations:

Powtórz, proszę.

Zeg dat opnieuw, alsjeblieft.

- Powtórz!
- Powtórzcie!

- Doe het nog een keer!
- Herhaal!
- Doe het nog eens!

Wybierz „Powtórz odcinek”.

kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

Jeśli tak, wybierz „Powtórz odcinek”.

Als je dat wilt, druk dan op 'Aflevering opnieuw afspelen'.

- Proszę, powtórz.
- Czy mógłbyś to powtórzyć?

- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?

Jeśli chcesz zacząć od początku, wybierz „Powtórz odcinek”.

Maar als je vanaf het begin wilt beginnen... ...kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

Jeśli chcesz spróbować tu innych wyzwań, wybierz „Powtórz odcinek”.

Als je het wilt proberen en de andere uitdagingen zien... ...kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

Jeśli masz ochotę na to wyzwanie, wybierz „Powtórz odcinek”.

Als je de uitdaging aanneemt, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

Jeśli masz ochotę na to wyzwanie, wybierz „Powtórz odcinek”.

Als je de uitdaging aanneemt, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

Jeśli tak, wybierz „Powtórz odcinek”. Pamiętaj, wybór należy do ciebie.

Zo ja, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'. Het is volledig aan jou.

Jeśli chcesz rozpocząć tę misję od nowa i zapolować na więcej stworzeń, wybierz „Powtórz odcinek”.

Als je overnieuw wilt beginnen en op meer beestjes wil jagen... ...kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

Jeśli chcesz wrócić tam, skąd wystartowaliśmy, i wybrać inną drogę, by znaleźć wrak, wybierz „Powtórz odcinek”.

Als je terug wilt naar het begin en een andere route... ...naar het wrak wilt nemen, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.

Ale wróciliśmy na lotnisko i możemy rozpocząć misję od nowa. Jeśli chcesz zacząć od początku, wybierz „Powtórz odcinek”.

Maar we zijn terug bij het vliegveld, dus we kunnen onze missie opnieuw starten. Als je terug de lucht in wilt, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'.