Examples of using "Voleva" in a sentence and their dutch translations:
Zij wou hen helpen.
Wat wilde Tom?
Hij wilde haar niet knuffelen.
Tom wilde geld.
Tom wilde hier blijven.
Hij wou naar de zee rijden.
Hij wilde het boek kopen.
Hij wou een boek kopen.
Hij wilde boer worden.
Tom wilde pizza eten.
Tom wilde niet met me trouwen.
Tom wilde later betalen.
Tom wilde spaghetti eten.
Hij zei dat hij wou spelen.
Hij vertelde me wat hij wilde.
Ze wilde alleen slapen.
Tom wilde leven.
Tom wilde Maria.
Tom wou dat.
Tom wou zich komen aangeven.
Tom verlangde naar wraak.
Tom wilde gedag zeggen.
Tom wilde verdwijnen.
Tom wilde een nieuwe auto kopen.
- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.
Tom wou in Boston wonen.
Tom wilde niet naar de gevangenis.
Hij wilde een rugmassage.
Tom wilde geen pizza eten.
Tom wilde met me trouwen.
Tom wilde meer.
Tom wilde niet weg.
Hij wilde het boek kopen.
Tom wilde niet wachten.
Tom wilde niet reageren.
Tom wilde Mary stoppen.
Tom wilde naar het buitenland gaan.
Tom wilde geknuffeld worden.
Niemand wilde mijn land vergeten.
Tom wilde zijn auto niet verkopen.
- Ik vroeg hem of hij een horloge wilde.
- Ik heb hem gevraagd of hij een horloge wilde.
Tom wilde schaken.
Zijn moeder wilde het niet doen.
Hij wilde boer worden.
Tom wou advocaat worden.
Tom wou Maria niet kwetsen.
Sami wilde de imam spreken.
Tom wilde niet in het buitenland studeren.
Tom wilde naar huis komen.
Tom wilde een held zijn.
Tom wilde een hond nemen.
Tom wilde Mary's kamer zien.
Tom zei dat hij met me wil trouwen.
Ik vroeg Tom wat hij wilde voor Kerstmis.
Tom zei dat hij Frans wou leren.
Tom zei dat hij naar het strand wou gaan.
Tom wilde niet naast me zitten.
Tom zei dat hij wilde gaan zwemmen.
Niemand wilde mijn land bezoeken.
Niemand wilde mijn land haten.
Niemand wilde mijn land beledigen.
Tom wilde niet met me praten.
- Wilden jullie me zien?
- Wilde u me zien?
- Wilde hij me zien?
- Wilde je me zien?
Ik heb hem gevraagd of hij een horloge wilde.
- Tom wou met een advocaat praten.
- Tom wou met een advocaat spreken.
- Hij wou zijn fotocollectie digitaliseren.
- Hij wou zijn fotocollectie laten digitaliseren.
Tom wilde gefrituurde rijst eten.
Tom wilde niet naar huis komen.
Tom wilde niet golfen.
Sami wilde niet naar de tandarts gaan.
Tom wilde naar huis gaan, maar Maria wilde niet.
Tom zei me dat hij me Frans wilde leren.
Tom kreeg alles wat hij wilde voor Kerstmis.
Mijn oma wilde thuis begraven worden.
Tom wilde nog een stukje watermeloen.
Tom wilde dat Maria Frans zou leren.
Tom wilde niet naar zijn kamer gaan.
Tom wilde een sneeuwman maken.
Japan wilde de controle over Mantsjoerije.
Tom wou weten hoe het verhaal afliep.
Tom besloot dat hij in Boston wilde wonen.
Tom wilde geen overuren maken op kerstavond.
Wat wilde je zeggen?
Tom wilde hun vuile werk niet doen.
Tom Jackson wilde burgemeester van Boston worden.
Tom, die de hele dag gewerkt had, wilde gaan rusten.
Een deel van me wilde ze wegjagen.
Het betekende veel voor me.
Tom wilde dat Maria naar Boston kwam voor Kerstmis.
Wat wilde je?
Waarom wilde je gaan?