Examples of using "Vicini" in a sentence and their dutch translations:
We zijn buren.
en nog dichterbij.
Zij zijn buren.
Hij is één van mijn geburen.
- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
Ik haat mijn buren.
Tom belde de buren.
Even alledaags bijkletsen met mijn buren?
Vrienden, buren, familie, mijn gemeenschap:
Tom kent zijn buren niet.
Je buren zullen je dankbaar zijn.
met potentieel meer geavanceerde en vijandige buren.
Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondmaal.
Bijna dood gaan kan een leerzame ervaring zijn.
Maar de matriarch weet dat het water dichtbij is.
De buren zeiden: "Oh, dat is tegenslag."
Het is heel zeldzaam om twee octopussen dicht bij elkaar te zien.
Ze hebben een goede verhouding met hun buren.
De kat van de buurman houdt van onze tuin.
Zijn tong helpt hem om vijanden te bespeuren.
hun elektrische verhalen vertellen aan vrienden en buren
Ik ken al mijn buren.
Ik ken mijn buren niet.
En dan gaan we verder. We moeten in de buurt van het Embarradorp zijn.
Door samen te kruipen, behouden ze net genoeg warmte... ...om de vrieskou te overleven.
Mijn buren hebben mij al uitgelegd wie Björk is.
Wie zijn mijn nieuwe buren?
Tom kent zijn buren niet.
We zijn helemaal niet in de buurt van de grens.
maar hij en zijn directe buren maken bordspellen van papier
Maar de dichtstbijzijnde voedplaats kan meer dan 100 kilometer verderop liggen.
Blijf dicht bij mij.
Toen de oorlog uitbrak met de buren van Frankrijk, eenheid Mortier werd naar het front gestuurd
Mijn buren hebben mij al uitgelegd wie Björk is.
De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.
De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.