Examples of using "Spaventato" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt Tom schrik aangejaagd.
- Wat maakte je bang?
- Wat heeft je bang gemaakt?
- Wat maakte u bang?
- Wat maakte jullie bang?
- Wat heeft u bang gemaakt?
- Wat heeft jullie bang gemaakt?
Tom was bang.
- Hij heeft altijd angst.
- Hij is altijd bang.
- Tom ziet er bang uit.
- Tom kijkt bang.
Is Tom bang?
Tom was heel bang.
- Ben jij niet bang, Tom?
- Ben je niet bang, Tom?
Tom is altijd bang.
Je liet me schrikken.
Je bent bang.
Tom is bang.
Tom was ontzet.
Trump is niet bang voor het coronavirus.
Men behandelde hem goed, maar toch had hij schrik.
- Iets maakte Tom bang.
- Iets heeft Tom bang gemaakt.
Ik ben bang voor honden.
- Waarom was je bang?
- Waarom was u bang?
- Waarom waren jullie bang?
De kat schrok van een onbekend geluid.
Tom ziet er niet bang uit.
Ik was helemaal niet bang.
Ik vond het haast eng om je een hele dag niet online te zien.
Tom is bang voor niemand.
Ik schrok me dood ervan.