Examples of using "Rubò" in a sentence and their dutch translations:
- Hij heeft mijn horloge gestolen.
- Hij stal mijn horloge.
Hij heeft geld van mij gestolen.
Tom heeft de halsketting gestolen.
Tom stal een boot.
Tom heeft mijn paraplu gestolen.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
Iemand heeft het lichaam van het kruis gestolen.
Iemand heeft Toms portemonnee gestolen.