Examples of using "Piantato" in a sentence and their dutch translations:
Heb je komkommers geplant?
Heb je ooit een boom geplant?
Hij heeft bomen geplant.
Wie heeft de boom geplant?
Zij hebben deze bomen geplant.
Tom heeft deze bloemen geplant.
Zij hebben appelbomen geplant.
- Hij plantte bomen.
- Hij heeft bomen geplant.
Ik heb een appelboom geplant in mijn tuin.
Zij hebben deze bomen geplant.
We hebben een boom geplant.
Tom plantte een boom.
Hij stak zijn mes in de boom.