Examples of using "Parto" in a sentence and their dutch translations:
Ik vertrek zondag.
Ik vertrek vanavond.
Morgenochtend vertrek ik naar Londen.
Ik vertrek volgende week.
Ik vertrek zondag.
Ik ben om zes uur opgestaan.
Ik vertrek volgende week.
Ik vertrek naar Parijs morgen.
Ik vertrek overmorgen.
Ik ga over een uur weg.
Ik vertrek volgende week naar Vancouver om mijn zus te zien.
Ik vertrek volgende week naar Vancouver om mijn zus te zien.