Examples of using "Parcheggiare" in a sentence and their dutch translations:
- Je kan hier parkeren.
- U kunt hier parkeren.
- Jullie kunnen hier parkeren.
Je kan je auto hier niet parkeren.
Je mag niet op de stoep parkeren.
Waar kan ik parkeren?
Het is niet toegestaan je auto hier te parkeren.
Er is geen andere plek om te parkeren.
Alle parkeerplaatsen zijn bezet.