Examples of using "Lincoln" in a sentence and their dutch translations:
- Lincoln bevrijdde de slaven.
- Lincoln heeft de slaven bevrijd.
- Lincoln stierf in 1865.
- Lincoln is in 1865 overleden.
Lincoln bevrijdde de slaven.
Lincoln was tegen de slavernij.
De vader van Abraham Lincoln was van beroep schrijnwerker.
Abraham Lincoln, de 16e president van de Verenigde Staten, is geboren in een blokhut in Kentucky.