Examples of using "Continui" in a sentence and their dutch translations:
- Ga verder!
- Gaat u verder!
- Ga door!
- Loop door!
- Blijf lopen!
- Ga verder!
Ga zo door!
Blijf doorgaan.
Blijf vechten.
Blijf dansen.
- Ga alsjeblieft door.
- Gaat u alstublieft door.
Ga verder.
Blijf luisteren.
Blijf proberen.
Blijf gaan.
Lees verder.
Blijf schrijven.
- Blijf lopen.
- Ik bleef lopen.
Blijf zingen.
Blijf zoeken.
- Blijf rennen.
- Blijf lopen.
Blijf oefenen.
Blijf peddelen.
Blijf bewegen.
Blijf graven.
Blijf klimmen.
- Blijf zoeken.
- Blijf kijken.
Blijf werken.
Blijf rijden.
Je blijft keer op keer dezelfde fouten maken.
De damp die zich overdag opbouwt... ...veroorzaakt stormen die 's nachts doorgaan.
Blijf rechtdoor gaan.
Blijf hard werken!
- Doe voort aan je werk!
- Ga door met werken!
Blijf zwemmen tot je aan je grens zit.