Translation of "Cento" in Dutch

- Dammi cento dollari.
- Datemi cento dollari.
- Mi dia cento dollari.

Geef me honderd dollar.

Possiamo avvolgerle qui. Cento per cento cotone.

En ik kan hem hier omheen wikkelen. Honderd procent katoen.

- Ha cento anni.
- Lui ha cento anni.

Hij is 100 jaar oud.

- Ha cento anni.
- Lei ha cento anni.

Ze is 100 jaar oud.

Ha cento anni.

Het is 100 jaar oud.

- Un dollaro vale cento centesimi.
- Un dollaro equivale a cento centesimi.

Een dollar is gelijk aan honderd dollarcent.

Dall'uno al due per cento

Bij een tot twee procent van de patiënten

Il biglietto costa cento euro.

- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.

C'erano almeno cento persone presenti.

Er waren minstens 100 mensen aanwezig.

L'acqua bolle a cento gradi.

Water kookt bij honderd graden.

- Mio figlio sa contare fino a cento ora.
- Mio figlio sa contare fino a cento adesso.
- Mio figlio riesce a contare fino a cento ora.
- Mio figlio riesce a contare fino a cento adesso.

Mijn zoon kan nu tot honderd tellen.

Con il 70 per cento dell'utilizzo mondiale.

goed voor 70 procent van het wereldwijde gebruik.

E può vivere fino a cento anni.

En wel honderd jaar worden.

Poche persone vivono più di cento anni.

Weinig mensen leven langer dan honderd jaar.

Ma se quel 10 per cento fosse corretto?

Maar wat als 10 procent juist is?

Prima che il rischio diminuisse di cento volte.

voordat het risico honderdmaal kleiner werd.

Mio figlio sa già contare fino a cento.

Mijn zoon kan al tot honderd tellen.

Le cure domiciliari crescono del 10 per cento annuo

Mondiaal groeit thuiszorg met 10% per jaar.

- Guadagno 100 euro al giorno.
- Io guadagno 100 euro al giorno.
- Guadagno cento euro al giorno.
- Io guadagno cento euro al giorno.

Ik verdien €100 per dag.

Il loro senso dell'olfatto è cento volte migliore del nostro.

Hun reukzin is honderd keer beter dan die van ons.

L'anziana presta denaro a un tasso del tre per cento.

De oude vrouw leent geld tegen een rentetarief van drie procent.

Dieci, venti, trenta, quaranta, cinquanta, sessanta, settanta, ottanta, novanta, cento.

Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.

Ha solo due anni, ma sa già contare fino a cento.

Ze is nog maar twee jaar oud, maar ze kan al tellen tot honderd.

Ho combattuto cento battaglie per la Francia, e nessuna contro di lei. "

Ik heb honderd veldslagen voor Frankrijk gestreden, en niet één tegen haar. "

Sono colpite Hartlepool, Whitby e Scarborough e uccisi più di cento civili.

Shelling Hartlepool, Whitby en Scarborough, en vermoorden meer dan honderd burgers.

- L'acqua bolle a 100 gradi Celsius.
- L'acqua bolle a cento gradi Celsius.

Water kookt bij 100 graden Celsius.

Ogni anno la popolazione mondiale aumenta in media del due per cento.

Ieder jaar groeit de wereldbevolking met gemiddeld twee procent.

Il 90 per cento di quello che dicono può essere sbagliato, secondo voi.

90 procent van wat ze zeggen kan naar jouw mening verkeerd zijn.

Solamente il sedici per cento dei professori di questa scuola sono delle donne.

Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.

- Guadagno 100 euro al giorno.
- Guadagno 100€ al giorno.
- Io guadagno 100 euro al giorno.
- Guadagno cento euro al giorno.
- Io guadagno cento euro al giorno.
- Io guadagno 100€ al giorno.

Ik verdien €100 per dag.

Producono tra il 60 e l'80 per cento del cibo nei paesi a basso reddito,

Ze produceren 60 tot 80% van het voedsel in de armere landen,

- Lei ha solo due anni ma è capace a contare fino a 100.
- Ha solo due anni, ma sa già contare fino a cento.

Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.