Translation of "Candele" in Dutch

1.372 sec.

Examples of using "Candele" in a sentence and their dutch translations:

- Spegni le candele.
- Spenga le candele.
- Spegnete le candele.

Blaas de kaarsen uit.

- Hai delle candele?
- Ha delle candele?
- Avete delle candele?

- Heb je kaarsen?
- Heb je kaarsjes?
- Hebben jullie kaarsen?
- Hebben jullie kaarsjes?
- Heeft u kaarsen?
- Heeft u kaarsjes?

- Ken ha acceso le candele.
- Ken accese le candele.

Ken stak de kaarsen aan.

- Tom ha spento le candele.
- Tom spense le candele.

Tom heeft de kaarsen uitgeblazen.

Queste sono candele?

Zijn dit kaarsen?

- Vedo che hai comprato delle candele.
- Vedo che ha comprato delle candele.

Jij hebt kaarsen gekocht.

- Lei accendeva delle candele nella sua camera.
- Tu accendevi delle candele nella tua camera.
- Voi accendevate delle candele nella vostra camera.
- Avete acceso delle candele nella vostra camera.
- Voi avete acceso delle candele nella vostra camera.

Je hebt kaarsen in je kamer aangestoken.

- Accende delle candele nella sua camera.
- Lui accende delle candele nella sua camera.

Hij steekt kaarsen aan in zijn kamer.

- Mi piace la luce delle candele.
- A me piace la luce delle candele.

Ik hou van kaarslicht.

Le candele rischiaravano la stanza.

De kaarsen verlichtten de kamer.

Ken ha acceso le candele.

Ken stak de kaarsen aan.

Tom accendeva delle candele nella sua camera.

Tom stak kaarsen aan in zijn kamer.

Mia madre ha messo tredici candele sulla mia torta di compleanno.

Mijn moeder zette dertien kaarsen op mijn verjaardagstaart.

Le candele con colpi di pistola; pagavano sempre un generoso risarcimento per i danni causati.

om de kaarsen uit te doven met pistoolschoten; ze betaalden altijd een royale vergoeding voor veroorzaakte schade.

- Mia madre ha messo tredici candele sulla mia torta di compleanno.
- Mia madre ha messo tredici candeline sulla mia torta di compleanno.
- Mia madre ha messo 13 candeline sulla mia torta di compleanno.

Mijn moeder zette dertien kaarsen op mijn verjaardagstaart.