Examples of using "Vegetáriánus" in a sentence and their dutch translations:
- Ben jij vegetariër?
- Bent u vegetariër?
Ik ben vegetariër.
- Ben jij vegetariër?
- Bent u vegetariër?
Mijn vrouw is een vegetariër.
Ik was vroeger vegetariër.
Leo Tolstoj was een vegetariër.
Ik wist niet dat je een vegetariër was.
Waar is een vegetarisch restaurant?
Ik ben geen vegetariër.
Heeft u een speciaal menu voor vegetariërs?
Maar één gast vroeg een vegetarisch middagmaal.
...om essentiële mineralen aan hun beperkte dieet toe te voegen.
Ik eet liever geen vlees want ik ben vegetariër.
- Ik ben vegetariër.
- Ik eet geen vlees.
- Ik eet liever geen vlees, ik ben vegetariër.