Examples of using "Tokió" in a sentence and their dutch translations:
Tokio is de hoofdstad van Japan
De hoofdstad van Japan is Tokio.
Tokio is een grote stad.
- Hebt ge de Toren van Tokio al gezien?
- Heb je de Toren van Tokio wel eens gezien?
Tokio is vijf mijl van hier.
Het klimaat in Tokio verschilt van dat in Londen.
Wat gezondheid betreft is Tokio geen goede plaats om te wonen.
De bevolking van Tokio is nog groter dan die van Osaka.
Ik loop liever dan te rijden in een grootstad als Tokio.