Examples of using "Paul" in a sentence and their dutch translations:
Paul praat veel.
Ik ben bijzonder tevreden met Paul hier.
- Ik ben Paul, je kamergenoot.
- Ik ben Paul, jouw kamergenoot.
- Ik ben Paul, jouw flatgenoot.
Inktvis Paul had gelijk.
Stel dat Paul McCartney een lid van jouw groep is.
- Ik ben Paul, je kamergenoot.
- Ik ben Paul, jouw kamergenoot.
- Ik ben Paul, jouw flatgenoot.